Portugees -- Nederlands
Sim -- Ja
Não -- nee
Bom dia -- Goede morgen
Boa tarde -- Goede middag
Boa noite -- Goedenavond/Goede nacht
Olá -- Hallo
Adeus, Tchau -- Tot ziens
Obrigado -- Dank u
Muito obrigado -- Dank u wel
Se faz favor -- Alstublieft
eu -- ik
tu -- jij
ele -- hij
ela -- zij
você -- u
nós -- wij
vocês -- jullie
eles -- zij (voor een aantal mensen bestaande uit alleen mannen of mannen en vrouwen)
elas -- zij (voor een aantal mensen bestaande uit alleen vrouwen)
|
|
Vertaal woord
Woordenboek |
|
|
|
|
|
|
|